ontstaan en ontwikkeling
van een dorp

Barger-Oosterveld ‛van Barnar tot Barnar’

Barger-Oosterveld is een dorp in Zuidoost-Drenthe. Het ligt op een zandige uitloper van de Hondsrug, die vroeger uitmondde in het grote Bourtanger moeras. De geschiedenis van deze streek is vooral bekend door de vervening tussen halverwege de 19e en halverwege de 20e eeuw. Zowel over de veendorpen als over de zanddorpen is veel gepubliceerd. Alleen niet over  Barger-Oosterveld. Dat is namelijk een grensgeval tussen het zand en het veen.

Deze omgeving heeft al in heel vroege tijden bewoning gekend.  Dat bewijzen de vele prehistorische vondsten. Hier werd in 1957 één van de belangrijkste archeologische vondsten van Noordwest-Europa gedaan: een prehistorisch tempeltje.

Volgens een sage zou hier een stad gelegen hebben: ‘Barnar’. Het is twijfelachtig of dat waar is, maar het is een mooi verhaal om dit boek mee te beginnen. Daarna is lange tijd niets bekend van de lokale geschiedenis.  Wel weten we dat in de Middeleeuwen de boeren uit de streek gezamenlijk de meentgronden beheerden in een uitgestrekt, verlaten gebied: de  Bargermarke.  In het midden van de 19e eeuw vestigden zich bewoners op het gedeelte dat bekend stond onder de naam Oosterveld. Hun kleine gemeenschapje zou snel uitgroeien tot een dorp met een agrarisch karakter. Met de boerenbevolking  mengden zich echter gaandeweg veenarbeiders die achter de vervening aantrokken.

Dit boek beschrijft de eerste honderd jaren van Barger-Oosterveld in chronologische volgorde. Een eeuw waarin de plaatselijke geschiedenis niet los gezien kan worden van wat er in heel Nederland en met name in Zuidoost Drenthe gebeurde. Zo was bijvoorbeeld de opkomst van de vervening van grote invloed op het welvaren van de bewoners, of het nu veenarbeiders waren of boeren. En decennia later had de neergang ervan het tegengesteld effect. Ook de economische crisis in de jaren dertig liet zijn sporen na, net zoals niet lang daarna de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog. Pas rond de jaren vijftig van de 20e eeuw was Barger-Oosterveld de ergste problemen te boven. Symbool van de vooruitgang werd de eerste naoorlogse groep nieuwbouwwoningen in het dorp: de wijk ‘Barnar’. Daarmee besluit het verhaal van dit boek.

In zijn relatief kort bestaan heeft het dorp Barger-Oosterveld heel verschillende periodes doorgemaakt. Desondanks heeft het geen roemruchte geschiedenis van grootse gebouwen en indrukwekkende persoonlijkheden of gebeurtenissen. Zijn geschiedenis is er een van gewone mensen in een gewoon dorp in Zuidoost-Drenthe.

Splittinglied

Ken je de weg, die met Emmen ons verbindt?
De Splitting is kortweg haar naam.
Maar je kunt nog de helft van het jaar er vast niet door.
Het is met die Splitting Infaam!

Refrein:
O geef ons toch gauw een betere weg,
Die ons naar Emmen voert.
Waar water en waar modder en waar zand ons niet deert,
En geen gevaar ons beloerd

Je moet naar de markt met een big of een geit
De weg is weer niet te begaan
En Emmen is zoo mooi, er is allerlei te zien
Maar de Splitting brengt je tot staan

O geef ons (refrein)

Je schoonmoeder komt, maar ze kan niet weer weg.
Ze wil door het water niet heen.
Maar je neemt een besluit en zet haar vlug op je nek.
Al is ze ook zoo zwaar als een steen

O geef ons (refrein)

De ooievaar kwam en bracht je vlug een zoon.
Je moet nu naar Emmen toe gaan.
Maar de weg is een zee, je kunt er onmogelijk door.
Het moet! of het komt je duur te staan.

O geef ons (refrein)

Daar ginds woont je Sari, je wilt naar haar toe.
De Splitting die laat je niet door
En je meisje kijkt uit, en je weet maar geen raad
En zoo zing je samen in koor.

O geef ons toch gauw een betere weg.
Die ons naar elkaar voert
Waar water en waar modder en waar zand ons niet deert.
En geen gevaar ons beloert.